Knokke-Heist bezoeken als toerist?
Ja Nee

Omgevingsvergunning voor warmtepomp / airco / koelinstallaties

Wat is een warmtepomp?

Een warmtepomp is een toestel dat warmte uit de natuur haalt en afgeeft in de woning. Het is ideaal voor een goed geïsoleerde woning met vloer- of muurverwarming. Terwijl de klassieke verwarmingssystemen volledig op (fossiele) brandstof of elektriciteit draaien, haalt een warmtepomp tot 80% van haar energie uit de bodem, het grondwater of de lucht. Dat zorgt ervoor dat een warmtepomp - samen met warmtenetten - tot de meest toekomstbestendige en meest energie-efficiënte verwarmingsoplossingen behoort.

Warmtepompen worden ingedeeld volgens hun warmtebron (bodem, grondwater, lucht) en afgiftesysteem (lucht of water):

  • Geothermische of bodem-waterwarmtepomp: dit type warmtepomp haalt water uit de bodem of het grondwater. Daarvoor wordt een horizontaal of verticaal buizennetwerk in de grond geplaatst. De investeringskost ligt daardoor een stuk hoger, maar de rendementen liggen hoger dan andere types warmtepompen, omdat de bodemtemperatuur weinig seizoensschommelingen kent. De verzamelde warmte wordt aan het water van de centrale verwarming afgegeven.
  • Lucht-luchtwarmtepomp: deze warmtepomp haalt warmte uit buiten- of binnenlucht en brengt het als warmte lucht in de woning binnen. Bij de lucht-luchtwarmtepomp wordt ook een (klassieke) airco(nditioning) gerekend.
  • Lucht-waterwarmtepomp: deze warmtepomp haalt warmte uit buiten- of binnenlucht en geeft het af aan het water van de centrale verwarming.
  • Hybride warmtepomp: dit is een warmtepomp ondersteund door een verwarmingsketel.

Warmtepomp/airco en omgevingsvergunning

Voor het installeren en uitbaten van een warmtepomp is er een omgevingsvergunning of meldingsplicht (Vlaamse wetgeving) nodig voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) in volgende gevallen:

  • OF indien de warmtepomp/airco een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW of meer.
  • OF indien voor de aanleg van de warmtepomp er verticale boringen moeten uitgevoerd worden.

Geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW of meer

  • Geïnstalleerde totale drijfkracht = het gezamenlijk vermogen van de (vast opgestelde) motoren, rechtstreeks gerelateerd aan de activiteit in de rubriek.
  • De warmtepomp zelf valt onder inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen-ontspannen). Dit is rubriek 16.3. van Vlarem en is minstens meldingsplichtig (klasse 3).
  • Er is pas een melding van ingedeelde inrichtingen en activiteiten (klasse 3) nodig, indien de totaal geïnstalleerde drijfkracht meer is dan 5 kW. Onder de 5 kW is er geen melding of vergunning nodig. Boven de 200 kW geldt een vergunningsplicht (klasse 2).
  • De aanvraag gebeurt digitaal via het omgevingsloket.
  • De volgende voorwaarden zijn minimaal van toepassing:
    • Algemene voorwaarden, deze gelden voor elke ingedeelde inrichting of activiteit
      • Dit betreft o.a. geluidsnormen met volgende beslissingsschema's.
      • Voor een airco (melding, klasse 3, vermogen van 5kW tot 200 kW) geldt dat
        • het specifiek geluid van de airco (het geluid dat de airco zelf produceert zonder geluiden uit de omgeving), gemeten in open lucht, niet hoger mag liggen dan de richtwaarde, zoals vermeld in bijlage 4.5.4., verminderd met 5 decibel.
          • VOORBEELD: In woongebied geldt overdag een norm van (45-5=) 40 dB(A) op de meetplaats in open lucht.
          • VOORBEELD: In woongebied geldt ’s avonds een norm van (40-5=) 35 dB(A) op de meetplaats in open lucht.
          • VOORBEELD: In woongebied geldt ’s nachts een norm van (35-5=) 30 dB(A) op de meetplaats in open lucht.
        • het specifiek geluid van de airco (het geluid dat de airco zelf produceert zonder geluiden uit de omgeving), gemeten binnenshuis, niet hoger mag liggen dan de richtwaarde, zoals vermeld in bijlage 2.2.2., verminderd met 3 decibel.
          • VOORBEELD: In woongebied geldt overdag een norm van (33–3=) 30 dB(A) op de meetplaats binnenshuis.
          • VOORBEELD: In woongebied geldt ’s avonds een norm van (28–3=) 25 dB(A) op de meetplaats binnenshuis.
          • VOORBEELD: In woongebied geldt ’s nachts een norm van (28–3=) 25 dB(A) op de meetplaats binnenshuis.
    • Sectorale voorwaarden, deze gelden specifiek voor de vergunde rubrieken
      • In geval van een airco is dit specifiek rubriek 16.
      • Hier staan er o.a. bepalingen over het onderhoud van de installaties.
    • Volgende bijzondere voorwaarden worden steeds opgelegd.
      • De exploitant moet als normaal zorgvuldig persoon steeds de beste beschikbare technieken (BBT) toepassen ter bescherming van mens en milieu, en dit zowel bij de keuze van behandelingsmethodes op het niveau van de emissies, als bij de keuze van bronbeperkende maatregelen (aangepaste produktietechnieken en -methoden, grondstoffenbeheersing, energie en dergelijke meer). Bij de bepaling van de BBT moeten de criteria van bijlage 18 van titel I van het VLAREM in aanmerking worden genomen. Deze verplichting geldt eveneens voor wijzigingen aan ingedeelde inrichtingen, alsook voor activiteiten die op zichzelf niet vergunnings- of meldingsplichtig zijn (artikel 4.1.2.1. uit Vlarem-II).
      • Best beschikbare technieken om de hinder van airco’s, compressoren, koelinstallaties, warmtepompen, transformatoren … minimaal te houden:
        • Het verplaatsen van de installatie (binnen- en/of buitenunit), zodat de afstand naar de omwonenden wordt vergroot en het geluidsdrukniveau bij de buren afneemt.
        • Het omkasten (akoestisch inkapselen ) van de installatie, zodat het geluidsdrukniveau gedempt wordt. Er wordt hiervoor best rekening gehouden met de aan- en afvoer van de installatie en met het advies van de installateur.
        • Gebruik maken van specifieke geluidsdempers, relevant voor het toestel.
        • Het vervangen van de installatie door een ander type met een lager geluidsdrukniveau.
        • Het inwinnen van advies bij (akoestische) experts of milieudeskundige in geluid en trillingen (omgeving.vlaanderen.be/overzichtslijsten-erkende-personen-bedrijven-opleidingscentra).
        • De installatie enkel laten werken op bepaalde tijdstippen (bijv. uitschakelen tijdens de nachturen). Deze tijdstippen kunnen afgestemd worden met de buurt.
        • Regelmatige controle en onderhoud van het toestellen.
        • Raadpleeg de Code goede praktijk - Voorkomen en beheersen van milieuhinder van kleinschalige lucht- en dampafvoersystemen.

Stedenbouwkundige handelingen

De plaatsing van een warmtepomp/airco kan eveneens gekoppeld zijn aan een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen (oude benaming: stedenbouwkundige vergunning). Dit is o.a. gekoppeld aan de lokale bouwvoorschriften.

  • Via het Geoloket Stedenbouw kan je nagaan welke voorschriften van kracht zijn.
  • in de Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening is volgende bepaling onder artikel 2 opgenomen over warmtepompen/airco's:
    • Constructies en machines voor technische doeleinden zoals lift, verluchting, koeling, verwarming, afzuiging, airconditionering, enz. mogen niet zichtbaar zijn van buitenaf, moeten in het gebouw zitten of binnen het basisprofiel geplaatst worden, behoudens een schouwvolume.
    • Statische kelderverluchting via roosters in het voorgevelvlak of op het dak gelijkvloers is toegelaten.
    • Een uitzondering kan gemaakt worden in het geval van verbouwing en bij grotere handelsruimtes (vanaf 300 m² vloeroppervlakte). In deze gevallen mogen voorzieningen voor luchtaanvoer en -afvoer en airconditionering op het dak van het gelijkvloers worden geplaatst mits ze voldoen aan de Vlarem norm terzake, op voldoende afstand (minimum 2 meter) t.a.v. de buurpercelen worden geplaatst en voor zover de technische installaties ingekapseld worden.

Verticale boringen

Bij een geothermische warmtepomp of bodem-waterwarmtepomp wordt er warmte uit de grond of uit grondwater gehaald. In beide gevallen zijn er verticale boringen nodig tot enkele 10-tallen of zelfs 100den meters diep.

Indien de warmte van de ondergrond gebruikt wordt zonder dat er grondwater wordt opgepompt, dan is rubriek 55.1. van Vlarem van toepassing. Consulteer www.dov.vlaanderen.be/portaal/?module=public-rubriek55#ModulePage of je al dan niet een vergunning moet aanvragen of een melding moet doen voor het uitvoeren van de boring. Meer informatie www.dov.vlaanderen.be/portaal/?module=public-rubriek55-info.

Indien de warmte van de ondergrond gebruikt wordt waarbij er grondwater wordt opgepompt, dan is rubriek 53.6. van Vlarem van toepassing.

De aanvraag gebeurt digitaal via het omgevingsloket.

Meer info?