Orgel
Het orgel is tegelijk een toets- en een blaasinstrument. Het bestaat uit verschillende rijen afzonderlijke pijpen. Elke rij noemen we een register en kunnen we apart of samen laten klinken. Ze hebben allemaal een andere klankkleur. Zodra de organist op de toetsen drukt, zorgen kleppen ervoor dat lucht die onder druk staat door de pijpen blaast.
De vingers bespelen de toetsen (vaak zijn er meerdere klavieren) en de voeten bespelen het pedaalklavier.
Het orgel is al een orkest op zich maar wordt ook gebruikt als begeleidingsinstrument van een koor, een zanger of andere instrumenten.
De lessen gaan door op het grote orgel van de Margaretakerk. Wij hebben dus het allergrootste klaslokaal!
Huren of kopen?
Een echte pijporgel kopen is voor de meeste mensen niet realistisch... Voor een kleine bijdrage kan je wel oefenen in de academie of op het orgel in de Margaretakerk. Bovendien is een (tweedehands) elektrisch orgel meestal wel betaalbaar. In de lagere graad heb je nog geen pedaal nodig en kan je dus ook oefenen op een (digitale) piano of een keyboard.