Knokke-Heist bezoeken als toerist?
Ja Nee

Kustvisie - Paardenmarkt

Kustvisie

Met Kustvisie ontwikkelt de Vlaamse overheid een langetermijnvisie voor de bescherming van onze kust. Het project Kustvisie zal de maatschappelijk meest wenselijke maatregelen vastleggen die nodig zijn om onze kust en het achterland ook op lange termijn stapsgewijs te beschermen tegen een zeespiegelstijging tot 3 meter. Zodat ook de kinderen van onze kleinkinderen nog kunnen genieten van onze kust.

Op dit moment voert de Vlaamse overheid al werken uit om de kustzone zeker tot 2050 droog te houden. Dat gebeurt via het Masterplan Kustveiligheid. Kustvisie gaat nog verder en ontwikkelt een aanpak voor daarna. Een visie die toekomstbestendig is tot een mogelijke zeespiegelstijging van 3 meter. We starten morgen dus nog niet met bouwen, maar bepalen eerst de mogelijke alternatieven om onze kust op lange termijn te beschermen. Daarbij onderzoeken we niet enkel de effecten van deze alternatieven, maar gaan we actief op zoek naar welke kansen zich stellen. Dit doen we onder meer door maximaal gebruik te maken van de bijdragen en ideeën van onze stakeholders. Zo werken we toe naar één keuze.

Nadat die keuze gemaakt is, zullen de werkzaamheden elkaar stapsgewijs opvolgen. Te beginnen bij kleine maatregelen die worden opgeschaald wanneer de stijgende zeespiegel hierom vraagt. Op die manier kan de kustverdediging de zeespiegelstijging volgen, en komen we samen tot het best mogelijke toekomstperspectief voor onze kust.

Uitgebreide informatie vind je op www.kustvisie.be.

Gerelateerde projecten:

beschermingsstrategieen nieuwe figuur 20180104.jpg

Samenvatting strategisch beleidsplan Kustvisie

Het doel van het strategisch beleidsplan kustvisie was om vanuit de onderzochte redelijke alternatieven één voorkeursalternatief te selecteren en verder uit te werken.

Uit het eerste deel van het studietraject van Kustvisie kwamen acht mogelijke beschermingsalternatieven voor de strandzones naar voren. Van deze acht werden er 3 geselecteerd en uitgewerkt.

Maar voor die selectie was er eerst een geïntegreerd onderzoek nodig, zoals:

  • Welke effecten hebben alternatieven op de hydromorfologie van de kust, scheepvaart, toerisme en recreatie, natuurwaardes, verzilting,…
  • Wanneer zullen er binnen de alternatieven maatregelen genomen worden?
  • Welke meerwaarde (kansen) kunnen aan de alternatieven gekoppeld worden?
  • Hoeveel kost de toekomstige bescherming?


De resultaten van de onderzoeken worden samengebracht in een integrale beoordeling, waarbij voor elk redelijk alternatief de sterktes en de zwaktes in beeld werden gebracht. Daarbij houdt men rekening met 3 aspecten:

  1. In hoeverre voldoet het alternatief aan de ambities die voor het strategisch beleidsplan Kustvisie worden vooropgesteld?
  2. Welke milieu effecten en kosten-baten brengt het alternatief met zich mee?
  3. Welke andere (niet bedoelde) effecten brengt het alternatief met zich mee?

O.B.V. de trechtering werden 2 voorkeursalternatieven geselecteerd door de VL regering:

  1. Uiteindelijk bleek na optimalisatie en verfijnde evaluatie dat het alternatief “zeewaarts” ter hoogte van de strandzones en badsteden veel kansen biedt. Bij dit alternatief wordt op quasi elke plaats op termijn de laagwaterlijn een honderdtal meter zeewaarts verplaatst. Dit laat toe om overal tot en met +3 m ZSS een even breed of zelfs breder strand te hebben, ondanks het feit dat overal voor de bestaande zeeweringslijn een nieuwe duin, dijk of hybride oplossing wordt voorzien om ons tegen overstromingen uit zee te blijven beschermen. Wanneer de laagwaterlijn meer zeewaarts wordt verplaatst, kunnen toekomstige generaties nog kiezen. Er kan pas richting +2m of +3m zeespiegelstijging gekozen worden om in één of meerdere stappen (een deel van) een strandzone zeewaarts uit te breiden, of er kan gekozen worden om dit al sneller te doen, bv. richting +1 m zeespiegelstijging
  2. Ook een ‘redelijk’ bevonden alternatief is het alternatief ‘Ter Plaatse’ ter hoogte van de strandzones en badsteden. In dit alternatief wordt de laagwaterlijn bij stijgende zeespiegel op dezelfde plaats gehouden als vandaag. In dit alternatief wordt bij hogere zeespiegelstijging op vele plaatsen wel een deel van het huidige droog strand ingenomen door een dijk, duin of hybride oplossing.

Stand van zaken halfweg 2023:

  1. Het is de bedoeling om de komende maanden bijkomend onderzoek en evaluatie te doen van de redelijke alternatieven per strandzone en per kusthavenzone. Het doel is om op basis daarvan in het voorontwerp van het Strategisch Plan per strandzone en per kusthaven één voorkeursalternatief en/of een combinatie van alternatieven naar voor te schuiven.
  2. Om de trechtering tussen de verschillende alternatieven te kunnen maken is er een geïntegreerd onderzoek nodig, cfr. de gekozen procedure. De deelonderzoeken zijn o.a.:
    • Opmaak van een strategisch MER (Plan MER onderzoekt per Ambitie de evaluatiecriteria voor de strandzones);
    • Opmaak van een maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA);
    • Hydromorfologisch onderzoek;
    • Technisch onderzoek (bouwtechnisch ontwerp, kustveiligheidsonderzoek, op de natuur gebaseerde oplossingen (NbS),…);
    • nautische studies;
    • ruimtelijke ontwerpend onderzoek, ruimtelijke analyse / bestemmingen;
    • onderzoek omtrent ecosysteemdiensten, zandbeschikbaarheid, afwatering en verzilting achterland
    • ...
  3. OBV van al het onderzoek zal een voorontwerp van het strategisch beleidsplan en bijhorende deelonderzoeksrapporten zoals Plan MER en de MKBA opgemaakt worden waarin het maatschappelijk meest wenselijk alternatief naar voor wordt geschoven.
  4. Het voorontwerp van het strategisch beleidsplan zal eind 2023 voor principiële goedkeuring aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd, alvorens het begin 2024 in openbaar onderzoek zal gaan.

Tot medio juli 2023 was er een publieke inspraak over het plan-MER voor Kustvisie. In dit kader werden een aantal infosessies voor bewoners en stakeholders georganiseerd waarbij alles werd toegelicht. Alle info met bijhorende filmpjes vindt u hier terug. Let wel, alles is nog in onderzoeksfase; definitieve uitvoering en realisatie is nog niet aan de orde.

Marien ruimtelijk plan 

In en op onze Noordzee vinden op vrij beperkte ruimte heel wat activiteiten plaats, denk maar aan groene energie, natuurbehoud, scheepvaart, visserij en zandontginning. Een marien ruimtelijk plan (MRP) is dan ook noodzakelijk om de verschillende belangen (zowel economisch, ecologisch als sociaal) te verzoenen en elke activiteit een plek te geven in de Noordzee.

Paardenmarkt

Geschiedenis

Vóór de kust van deelgemeente Heist ligt een oud munitiestort, de Paardenmarkt, uit de Eerste Wereldoorlog in de zeebodem geborgen.

Na de eerste Wereldoorlog bleven in heel België grote hoeveelheden oorlogsmateriaal achter. De verzameling en de voorlopige opslag in munitiedepots zorgde voor uiterst gevaarlijke situaties. Omdat de toestand langzaam maar zeker onhoudbaar werd en ontmanteling van de munitie nog te veel risico inhield, besliste de Belgische regering eind 1919 de munitie in zee te storten. Gedurende zes maanden werd dagelijks een scheepslading munitie gedumpt op de ondiepe zandplaat "Paardenmarkt", vlak voor de kust van Knokke-Heist. Nadien werd de stortplaats al gauw vergeten.

Tijdens baggerwerken in 1971 stootte men ten oosten van de haven van Zeebrugge op 17 plaatsen op munitie en gifgasgranaten. De munitie was gedeeltelijk bedekt onder een dunne laag sediment en dus was de staat van de munitie "opmerkelijk goed". Een magnetometrisch onderzoek in 1988 bevestigde de aanwezigheid van granaten in een grotere zone. Voortaan werd het gebied op hydrografische kaarten aangeduid als een vijfhoek met een oppervlakte van ongeveer 3 km² met een anker- en visverbod.

Stand van zaken

Op de zandbank 'De Paardenmarkt', gelegen in de Noordzee op ongeveer 1,5 kilometer van de kust van Knokke, ligt naar schatting 35.000 ton gedumpte munitie (vooral) uit WO I. Het gaat om zowel conventionele als chemische munitie. Tot op heden is er geen gevaar voor het mariene milieu of de volksgezondheid, maar er is een voortdurend risico op doorroesten of doorscheuren (door scheepsaanvaringen) van de (chemische) munitie, met zware (chemische) vervuiling tot gevolg. Bovendien kan de munitiestortplaats op De Paardenmarkt in de toekomst een hinderpaal vormen voor de kustveiligheid in het algemeen en voor de verdere ontwikkelingen rond de haven van Zeebrugge in het bijzonder (BRON: www.vlaio.be/nl/nieuws/gezocht-oplossing-voor-gedumpte-oorlogsmunitie-voor-kust-van-knokke).

Voorlopig lijken er geen aanwijzingen te zijn voor onmiddellijk gevaar. De beste optie lijkt daarom om de munitiestortplaats met rust te laten. Gezien de korte afstand tot de kust en de ondiepe ligging blijft het echter van groot belang om het gebied op regelmatige basis te controleren. Er zijn wel voorzorgsmaatregelen, zo is het verboden er te vissen of het anker uit te werpen en regelmatig worden ook controles uitgevoerd om te zien of de munitie niet roest en inhoud lekt.

Er gebeurt heel wat onderzoek naar munitiestortplaatsen op zee. Binnen het DISARM-project ontwikkelen het VLIZ, het KBIN en een aantal andere kennispartners een geïntegreerde wetenschappelijke benadering ter ondersteuning van de risicobeoordeling en het beheer van mariene stortplaatsen van chemische munitie wereldwijd (met de munitiestortplaats van de Paardenmarkt als een casestudy).

Er zijn al heel wat Europese onderzoeksprojecten geweest in deze materie (bijv. het DAIMON-project) en maakt de topic ook deel uit van Europese onderzoeksagenda's (bijv. JPI Oceans). Het is belangrijk te noteren dat dergelijke munitiestortplaats niet alleen in België voorkomt (zie ook website OSPAR).

Meer informatie over de Paardenmarkt

Meer info?